10 jaar BIZ-zen: lusten en lasten eerlijk delen

Bij BIZ-zen draait alles om gezamenlijkheid: gezamenlijk investeren, gezamenlijk de vruchten plukken. Iedereen draagt bij, maar iedereen moet er ook van kunnen profiteren. Dat vraagt om eerlijk delen van lasten en lusten. Wat eerlijk is of als eerlijk wordt ervaren zal bij elke bedrijveninvesteringszone (BIZ) weer anders zijn. BIZ-zen passen dan ook verschillende methoden toe om de lusten en lasten voor alle deelnemers in evenwicht te brengen en zo draagvlak te creëren.

Daaraan gaat een intensief en zorgvuldig proces vooraf. De ondernemers en/of eigenaren in het gebied moeten immers in meerderheid met de instelling van de BIZ instemmen. Een formele draagvlakmeting wijst uiteindelijk uit of die wettelijk vereiste meerderheid is gehaald. In dat oprichtingsproces zal duidelijk moeten worden wat de BIZ gaat doen, wat dat oplevert, hoeveel dat kost, wie daarin moet bijdragen en hoe groot die bijdrage moet zijn. Dat alles komt in een BIZ-plan te staan. Hoeveel elke ondernemer of eigenaar moet bijdragen en hoe die bijdrage wordt berekend, wordt gegeven door de heffingsmaatstaf. Deze wordt vastgelegd in de BIZ-verordening. Voor die heffingsmaatstaf bestaan verschillende methoden.

Gelijke monniken

De eenvoudigste methode is een vast bedrag voor elke bijdrageplichtige, de gebruiker en/of eigenaar van het pand dat binnen de BIZ valt. Door het totaal te investeren bedrag gelijkelijk om te slaan over alle deelnemers draagt iedereen evenveel bij. Eenvoudiger kan het niet: gelijke monniken, gelijke kappen. Een voordeel van deze methode is bovendien dat bij de draagvlakmeting volstaan kan worden met het simpel tellen van de voor- en tegenstemmen. Deze heffingsmaatstaf wordt dan ook het meest toegepast. In 2019 hanteerden 129 (43%) van de 301 actieve BIZ-zen deze methode. Dat waren bijna allemaal BIZ-zen in centrum- en winkelgebieden. BIZ-zen op bedrijventerreinen kennen vooral heffingsmaatstaven met een gedifferentieerd tarief.

Sterke schouders…

Een gelijke, vaste bijdrage voor elke deelnemer klinkt eerlijk, maar niet iedereen zal dat als eerlijk ervaren. Voor een kleine ondernemer aan de rand van het gebied zal die extra belastingaanslag toch wat anders betekenen dan voor de het grote bedrijf op een prominente plek. Niet alle monniken zijn gelijk. Er zijn er met sterke en met zwakke schouders. Dat vraagt om verschillende kappen, lees: differentiatie in de hoogte van de bijdrage.

Veel BIZ-zen bepalen de hoogte van de bijdrage daarom op basis van WOZ-waarde van het pand. Eén methode is de WOZ-waarden van de panden in het gebied in klassen op te delen en vervolgens voor elke klasse een eigen bedrag vast te stellen. Het aantal klassen kan per BIZ verschillen, soms zijn het er maar twee, maar het kunnen er ook tien zijn. In 2019 gebruikten 116 van de 301 actieve BIZ-zen (38%) deze heffingsmaatstaf.

Een andere methode om de sterkste schouders het meest te laten dragen is de bijdrage te bepalen op basis van een percentage van de WOZ-waarde. Dat gebeurde in 2019 bij 51 (16%) BIZ-zen. Elke ondernemer of eigenaar draagt dan bij naar evenredigheid van de waarde van het pand. Het voordeel hiervan is dat er geen grenzen en dus ook geen ‘grensgevallen’ zijn. Dat kan een hoop discussie schelen. Wel stellen de meeste BIZ-zen die deze methode gebruiken een onder- en bovengrens aan de bijdrage.

Meer gewicht in de schaal

Als sterke schouders meer bijdragen, dan zouden zij bij de draagvlakmeting een zwaardere stem moeten hebben, zo is de redenering. De WOZ-waarde gaat dan meetellen in de stemverhouding en de uitslag. Naast een tweederde meerderheid van de uitgebrachte stemmen moeten de voorstemmers namelijk meer vastgoedwaarde vertegenwoordigen dan de tegenstemmers. Is dat niet zo, dan gaat de biz niet door. BIZ-initiatieven struikelen daar nogal eens over. Het meetellen van de WOZ-waarde is dus een belangrijke factor die meegewogen moet worden bij het bepalen van de heffingsmaatstaf.

Combinaties en een bijzondere grondslag

Beide methodes combineren kan ook. Dan geldt er voor elke WOZ-klasse een eigen heffingspercentage. Vijf BIZ-zen gebruiken deze gecombineerde heffingsmaatstaf. Een ander combinatie rekent tot een bepaalde WOZ-waarde een vast bedrag en daarboven een percentage van de WOZ-waarde. Twee biz-zen passen deze combinatie toe. Een gebruikers-/eigenaren-biz combineert door aan eigenaren een percentage te vragen en aan gebruikers een vast bedrag. En dan is er nog één biz die de bijdrage vaststelt op een geheel andere grondslag: de nettogebruiksoppervlakte van het pand.

Differentiëren naar profijt

Sterke schouders gaan over draagkracht, maar profijt is wat anders. Een winkel in een zijstraatje zal minder profiteren van de inspanningen van de biz dan een bedrijf midden in de hoofdwinkelstraat. Voor een dienstverlener kan het voordeel ook minder zijn dan voor de detaillist. Er zijn dan ook BIZ-zen die het gebied van de BIZ in verschillende tariefzones hebben opgedeeld. Andere BIZ-zen gebruiken aparte tarieven voor verschillende soorten bedrijven, of voor eigenaren en gebruikers als deze beiden in de BIZ deelnemen. De achterliggende reden is steeds dat niet elke deelnemer/bijdrageplichtige evenveel baat heeft bij de biz. Om iedereen toch mee te krijgen kan het goed zijn differentiatie aan te brengen in de tarieven om zo tot een eerlijke verdeling te komen.

Dan kan er ook nog gedifferentieerd worden in de tijd. Bij de meeste BIZ-zen ligt de hoogte van de bijdrage voor de gehele werkingsduur (maximaal vijf jaar) vast. Er zijn echter ook biz-zen die het tarief elk jaar verhogen. Dat kan door een index toe te passen of voor elk jaar aparte bedragen vast te stellen. Hoe dan ook, de verhoging moet wel in de verordening worden vastgelegd en wordt dus vooraf geregeld.

Eerlijk duurt het langst

Al die methoden en combinaties kunnen tot een behoorlijk complexe regeling leiden. En hoe ingewikkelder het wordt, hoe groter de kans dat iemand zich toch benadeeld voelt en bezwaar gaat maken. Eenvoud is dan ook een groot goed. Van de andere kant: een vergaande differentiatie kan de enige weg blijken om tot een eerlijke en aanvaardbare verdeling van de lusten en lasten te komen. Die zal uiteindelijk voor voldoende draagvlak moeten zorgen, bij de instelling, tijdens werking en bij de voortzetting van de BIZ.

Wat levert dit alles in harde euro’s op? Daarover gaat de volgende blog in deze reeks over 10 jaar BIZ-zen.

Eerdere blogs in deze serie gingen over aantallen en ligging, over soorten en maten en over ondernemers en eigenaren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Je mag gebruik maken van deze HTML tags en attributen: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>