10 tips voor gemeenten

De wet laat de gemeente vrij om al of niet mee te werken aan een BIZ. Ervan uitgaande de gemeente dat wil, moet zij zich ervan bewust zijn dat het een tijdrovend en deels ook bureaucratisch proces is. Ga de eerste keer te rade bij gemeenten met BIZ-ervaring en/of huur goede kennis en ondersteuning in, want de wet is complex en laat veel interpretatie toe.

1. Leg eerst de principiële bereidheid van de gemeente om mee te werken aan de oprichting van BIZzen al of niet met de gemeenteraad vast en regel in dat proces ook de voorwaarden, subsidies, beschikbaarstelling van kwartiermakers en eventuele voorfinanciering van de BIZ-subsidie. Dat vergemakkelijkt het proces als er meer BIZzen worden ingevoerd. Voor een voorbeeld zie de Nota aan de Haagse gemeenteraad.

2. Ga uit van een totale planning van 5 à 7 maanden (zie voorbeeldplanning onder Oprichten van een BIZ) voor het neerzetten van een BIZ van het voorstel van de initiefnemers tot en met de draagvlakmeting. Weet dat de verordening moet zijn vastgesteld telkens vóór 1 januari om het daarop volgende jaar met de inning van de BIZ-bijdrage te kunnen beginnen.

3. Voor een soepele invoering van een BIZ is aanwijzen van een BIZ-projectleider en het formeren van een projectgroep binnen de gemeente aan te raden met de afdelingen die bij de opzet van een BIZ zijn betrokken, zoals: economie, gemeentelijke belastingen, communicatie en de juridische afdeling. Gezamenlijke vergaderingen met de ondernemers/eigenaren uit het startbestuur van de BIZ kan zeer heilzaam werken.

4. De initiatiefnemers dienen een BIZness-plan te maken, dat als bijlage bij de uitvoeringsovereenkomst in de besluitvorming mee gaat. Het is aan de gemeente om de check te beperken tot een toetsing aan de Wet BIZ en het algemeen gemeentelijk beleid of om verdergaande bemoeienis op te eisen. Een afstandelijke toets beperkt tot de eerder genoemde randvoorwaarden ligt het meest in de rede. Het gaat hier immers om de besteding van eigen geld van de ondernemers zelf. De gemeente zal moeten letten de juridische afperking en op goede afspraken over de rapportering

5. Als er van meer BIZzen tegelijk sprake is maak dan een steunpunt voor de initiatiefnemers en geïnteresseerden, waardoor de noodzakelijke hulp en informatie kan worden gegeven. Dit steunpunt kan ook als wegwijzer voor de initiatiefnemers binnen de gemeente dienen. Geef informatie over de mogelijkheden van een BIZ en check of initiatiefnemers het uit zichzelf voor elkaar krijgen en bied hulp aan. Ondernemers hebben meestal minder ervaring in het organiseren van een maat­schap­pelijk proces dan de gemeente.

6. Maak uw eigen variant van de uitvoeringsovereenkomst met behulp van de model-uitvoeringsovereenkomst (waarin opgenomen de in de nieuwe wet verplichte schriftelijke afspraken over de minimale gemeentelijke dienstverlening).

7. Vraag de initiatiefnemers een proefpeiling te houden voordat de gemeente de zware interne procedure voor de uitvoeringsovereenkomst en heffingsverordening in gaat. (40% voorstanders biedt in de praktijk een goede garantie voor een goed eindresultaat)

8. Het specifieke karakter van het systeem van de BIZ-bijdrage, die weer als BIZ-subsidie wordt uitgekeerd, betekent meestal dat de subsidie niet in gemeentelijke kaderregelingen zal passen. Maak gebruik van de model-verordening van de VNG.

9. Doordat de heffingsverordening gebaseerd is op de procedure van de OZB-heffing, is dit een centrale taak van de gemeentelijke belastingafdeling. Belangrijk startpunt daarvoor is de vaststelling van de (adres)lijst van bijdrageplichtigen. Begin hier tijdig mee, want fouten in de aanslag die hiermee kunnen samen hangen zijn fataal.

10. De draagvlakmeting is een gemeentelijke taak, maar de lobby door de initiatiefnemers is onmisbaar. Begin op tijd met de organisatie ervan en stel daarvoor een reglement op. Zorg voor de nodige waarborgen voor een goede gang van zaken die overigens niet door de wet vereist worden maar wel nuttig zijn om vervelende discussies en bezwaren na de uitslag te vermijden. Zorg dat in het reglement op onvoorziene omstandigheden kan worden gereageerd. Toezicht kan via een notaris of een gemeentelijke accountant lopen.

Meer modellen en voorbeelden van documenten zijn te vinden onder Downloads.