Meer dan 25 miljoen euro haalden BIZ-zen in 2019 met elkaar op. Die 25 miljoen investeren de BIZ-zen in de versterking hun gebied. Daarom draait het immers bij de BIZ, de bedrijveninvesteringszone. Uiteindelijk met het doel dat iedereen er baat bij heeft, omdat het gebied schoon is, bekend, bereikbaar, toegankelijk, veilig en aantrekkelijk. En bij een BIZ betaalt iedereen daaraan mee.
Dat iedereen meebetaalt, maar dan ook echt iedereen, is een wezenskenmerk van de BIZ. Iedereen, dat zijn alle gebruikers en/of eigenaren van het binnen de BIZ gelegen vastgoed dat niet voor wonen wordt gebruikt. Zij zijn de bijdrageplichtigen. Gratis op de bagagedrager meereizen is er niet bij. Daar zorgt de gemeente voor. Met een belastingheffing kan zij de bijdrage aan de BIZ bij alle bijdrageplichtigen innen. Vervolgens keert de gemeente de opbrengst als subsidie aan de BIZ-vereniging of -stichting uit. Wel trekt de gemeente eerst de kosten af die zij voor de inning en uitbetaling moet maken, de zogenaamde perceptiekosten. Tot zover de techniek, maar wat brengt dat de BIZ-zen in euro’s nu eigenlijk op?
Zoektocht
Dat is niet zo maar even boven water te halen. De openbare bronnen schieten daarin nogal eens tekort. Met moeite, doorzetten en aanhouden lukte dat voor 275 van de 301 BIZ-zen die in 2019 actief waren. Eigenlijk zouden deze gegevens direct uit het subsidieregister van de gemeente moeten kunnen worden gehaald. Zie bijvoorbeeld het register van de gemeente Den Haag. Niet elke gemeente blijkt echter een direct toegankelijk subsidieregister te hebben, en indien wel, dan staan de subsidies aan BIZ-zen daarin veelal vermeld. Sommige gemeenten vermelden de BIZ-opbrengsten en -uitkeringen wel in de begroting en de jaarrekening, maar niet altijd gespecificeerd naar BIZ als er meer BIZ-zen in de gemeente zijn. Helemaal niets vermelden blijkt echter eerder regel dan uitzondering. Dieperliggende bronnen zijn dan de BIZ-plannen en jaarverslagen van de BIZ-zen zelf of de voorstellen, b-en-w-adviezen en toelichtingen die aan de gemeenteraad zijn voorgelegd bij de vaststelling van de BIZ-verordening. Helaas, ook die documenten blijken niet altijd via de gemeentelijke website te traceren. De websites van de BIZ-zen zelf zijn natuurlijk ook een bron, maar elke BIZ heeft een eigen website. Indien wel, dan is daarop soms veel, maar soms ook helemaal niets te vinden. Van 26 BIZ-zen kon uiteindelijk geen enkele informatie over opbrengsten uit openbare bronnen worden verkregen.
25 miljoen euro opgehaald
De informatie die er wel is, komt dus uit verschillende bronnen en documenten. Soms is deze exact en op de euro nauwkeurig, zoals in het subsidieregister. In andere gevallen gaat het om ramingen, zoals in de begrotingen van de BIZ-zen. Met die kanttekeningen brachten die 275 BIZ-zen in 2019 in totaal 22,4 miljoen euro op. Dat komt neer op een gemiddeld budget van ruim 81.400 euro per BIZ. Voor alle 301 BIZ-zen samen zou het budget dan op 24,5 miljoen euro uitkomen. De perceptiekosten zijn daar al vanaf. Stel die perceptiekosten op gemiddeld 3%, dan hebben ondernemers en eigenaren in 2019 met elkaar ruim 25 miljoen euro aan BIZ-geld opgebracht. Maar dat is niet alles.
Kosten
Om die 25 miljoen euro op te halen worden immers kosten gemaakt. Natuurlijk door de ondernemers zelf, maar ook door de gemeente. Het gaat dan om (ingehuurde) begeleiding van het oprichtingsproces, de opstelling van de uitvoeringsovereenkomst, de verordening en het reglement van de draagvlakmeting en de uitvoering van de draagvlakmeting. Dat moet allemaal zorgvuldig gebeuren en dat kost tijd, menskracht, en dus geld. Bezwaren en gerechtelijke procedures, zowel tegen de instelling als de uitvoering van de BIZ, kunnen nog voor een extra kosten zorgen.
Er zijn gemeenten die (een deel van) deze kosten bij de BIZ in rekening brengen zodra deze een feit is. In het voorbereidingsproces zijn daarover uiteraard tussen gemeente en initiatiefnemers afspraken gemaakt. Die kosten komen dus nog eens bovenop de perceptiekosten. Die bedragen doorgaans tussen twee en vier procent van de BIZ-opbrengst. In enkele gevallen schieten ze door naar wel 10%. Van de andere kant zijn er gemeenten die de perceptiekosten niet in rekening brengen.
Voorschot
Het geld ophalen is één, het weer uitkeren als subsidie is twee. Daar gaat tijd overheen. De belasting komt immers niet op 1 januari bij de gemeente binnen. De vraag is dus wanneer de BIZ de subsidie krijgt uitgekeerd. De BIZ moet ondertussen wel geld uitgeven. De gemeente zou een voorschot op de subsidie kunnen, zodat de BIZ alvast vooruit kan. De afspraken daarover variëren per gemeente. Er zijn gemeente die het gehele (geraamde) bedrag al aan het begin van het jaar aan de BIZ overmaken. Aangezien dit bedrag uiteindelijk niet meer mag zijn dan aan opbrengsten is binnengekomen, vindt jaarlijks achteraf een verrekening plaats. De meeste gemeenten keren uit in tranches, bijvoorbeeld 90% aan het begin en 10% aan het eind van het jaar, of 50-50 in twee halfjaarlijkse termijnen. Zo zijn er meer varianten.
Gemeentelijke bijdragen
De gemeente kan kosten in rekening brengen (of niet), maar de gemeente kan ook financieel aan de BIZ bijdragen. Bijvoorbeeld door een extra subsidie uit de gemeentelijk middelen ter ondersteuning van het oprichtingsproces. Zij zien in de BIZ ook een gemeentelijk belang: versterking van de lokale economie, een efficiënter beheer van de openbare ruimte en een hechte samenwerking tussen en met ondernemers. Voor die gemeenten kan dat een reden zijn om niet alleen de oprichting (en voortzetting) van BIZ-zen te stimuleren, maar ook de BIZ als zodanig financieel te ondersteunen, bijvoorbeeld met incidentele, projectgebonden subsidies, of een structurele jaarlijkse bijdrage. Dat kan om substantiële bedragen gaan. Bij de BIZ Centrum Oud-Urk zet de gemeente de ‘verdubbelaar’ in: ondernemers en gemeente brengen hier elk 50.000 euro op. De gebruikers/eigenaren-BIZ Binnenstad Oosterhout haalt zelf jaarlijks ruim 100.000 euro op, maar in de Stichting Bruisende Binnenstad, van waaruit alle activiteiten worden uitgevoerd, voegt de gemeente daar nog eens 150.000 euro bij.
Samenwerking
Het gaat dus om samenwerken, niet alleen binnen de BIZ, maar ook met de gemeente. Zo kan een BIZ bijdragen aan de gezamenlijke inzet voor de herstructuring, revitalisering of herinrichting van het gebied, zowel in het proces en als in de maatregelen. Als ondernemers, eigenaren en gemeente daarin gezamenlijk optrekken vergroot dat over en weer het rendement van de gemeentelijke en de BIZ-investeringen. De revitalisering van een gebied kan de aanleiding zijn om tot een BIZ te komen. De vorming van een BIZ kan zelfs een voorwaarde waaronder de gemeente in de revitalisering wil investeren. Gemeente en provincie waren bereid ieder een half miljoen euro te investeren in de revitalisering van het bedrijventerrein Het Ambacht in Westervoort. De ondernemers moesten dan wel ook zelf een bijdrage leveren. Een eigenaren-BIZ bood daarvoor de garantie. Uit de jaarlijkse opbrengst van 60.000 euro draagt de BIZ 20.000 euro bij aan de revitalisering. Een klein bedrag stelt zo een grote investering zeker.
Ook provincies kunnen dus rol spelen in en voor de BIZ. Vanuit provinciaal beleid voor herstructurering van bedrijventerreinen of verbetering van de detailhandelsstructuur zouden zij de oprichting en uitvoering van BIZ-zen kunnen ondersteunen. Een voorbeeld van een ondersteuningsregeling biedt de provincie Noord-Holland. Behalve subsidies op ondersteuning van de oprichting van BIZ-zen en van de ontwikkeling van gebiedsplannen, kunnen ook specifieke projectsubsidies voor BIZ-zen interessant zijn, bijvoorbeeld subsidies voor duurzaamheid, veiligheid of energietransitie.
Vrijwillige bijdragen
Naast de verplichte heffing kennen BIZ-zen ook vrijwillige bijdragen. Eigenaren kunnen op vrijwillige basis bijdragen aan een gebruikers-BIZ. Zo draagt bij de gebruikers-BIZ Winkelcentrum Akkerhof de eigenaar van het winkelcentrum jaarlijks 22.500 bij bovenop de 55.000 die de ondernemers zelf al opbrengen. Geen verdubbeling, maar wel 50% extra. Ook ondernemers die net buiten het BIZ-gebied liggen, maar er wel aan willen bijdragen, en dus ook van profiteren, kunnen vrijwillig bijdragen. Een extra vrijwillige bijdrage van de bijdrageplichtigen komt ook voor.
Wat ingewikkelder zit het rond de gebruikers/eigenaren-BIZ Centrum Papendrecht. Daar dragen naast de BIZ de supermarkten extra bij in de bekostiging van gratis parkeren. De gemeente draagt extra bij in de andere activiteiten die met de BIZ in de Coöperatie Centrum zijn ondergebracht. Bovenop de BIZ opbrengst van 350.000 euro komt dan nog eens 50.000 euro van de gemeente en 185.000 euro van de supermarkten.
Grote en kleine BIZ-budgetten
Bij elkaar gaat het over miljoenen, maar bijna driekwart (72%) van de BIZ-zen moet het doen met een budget onder het gemiddelde van 81.400 euro aan uitgekeerde subsidie. Dat gemiddelde vertekent het beeld. Enkele zeer grote biz-zen trekken dat gemiddelde namelijk flink omhoog. De helft van de biz-zen brengt niet meer dan 42.900 euro op. Bij zeven BIZ-zen gaat het om een budget van minder dan 10.000 euro. Met een budget van 5700 euro is de Eerste Van der Helststraat in Amsterdam de kleinste BIZ. Daartegenover staan de ‘kanjers’ met aan top Rotterdam Centrum, een gebruikers/eigenaren-biz met een budget van 1,2 miljoen euro.
De 10 grootste BIZ-zen kunnen in totaal jaarlijks 5,1 miljoen euro investeren. De 10 kleinste BIZ-zen samen komen met een totaalbedrag van 84.200 euro net boven het gemiddelde van alle BIZ-zen uit. Andere subsidies, bijdragen en inkomsten die de BIZ buiten de BIZ-subsidie nog eens extra zou kunnen ontvangen, zijn in deze bedragen niet meegeteld.
Alles overziend halen BIZ-zen waarschijnlijk nog enige miljoenen meer op dan die 25 miljoen euro die ze als zelf-opgebrachte BIZ-subsidie door de gemeente krijgen uitgekeerd. Het zal duidelijk zijn dat al deze financiële plussen en minnen in de voorbereiding goed aan de orde moeten komen, zowel in het onderlinge overleg, als in de besprekingen met de gemeente. Ze dienen hun weerslag te vinden in het BIZ-plan en in de uitvoeringsovereenkomst met de gemeente en vervolgens in de verordening.
Uiteindelijk gaat het erom dat de 25 miljoen euro die de BIZ-zen ophalen, zo goed mogelijk worden besteed. Daarover meer in een volgend blog.
Eerder verschenen: 10 jaar BIZ-zen, met succes!, 10 jaar BIZ-zen van zeehaven tot winkelstrip, 10 jaar BIZ-zen door ondernemerskracht, 10 jaar BIZ-zen: lasten en lusten eerlijk delen