Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een regeling subsidie ‘Duurzame Mobiliteit mkb’ voor. Deze subsidieregeling richt zich op collectieven van mkb-organisaties zoals brancheverenigingen en bedrijvenverenigingen. Stichting CLOK en kennisplatform BedrijvenInvesteringsZone.BIZ hebben een reactie op het concept van de subsidieregeling gegeven.
Collectieve aanpak vereist een andere insteek
Wij onderstrepen het grote belang en de grote betekenis van lokale ondernemerscollectieven bij de energietransitie. Wij staan dan ook positief tegenover een subsidieregeling die inzet op een collectieve aanpak.
De insteek van de subsidieregeling op werkgebonden personenmobiliteit en het mkb zit echter juist de kans op succes in de weg. Deze insteek gaat voorbij aan hoe lokaal ondernemerschap is georganiseerd en aan de verscheidenheid in bedrijven, ondernemingen en vastgoedeigenaren die in lokaal verband samenwerken.
CLOK en BedrijvenInvesteringsZone.BIZ pleiten daarom voor een andere insteek:
- Stel het lokale collectief voorop, niet de omvang en aard van de onderneming
- Richt de regeling op reductie van CO2 van alle bedrijfsgebonden mobiliteit
- Schep daardoor meer draagvlak en onderlinge stimulering onder bedrijven en ondernemingen
- Schep daardoor meer draagvlak voor de business case
Ga uit van de verscheidenheid van lokale samenwerkingsvormen
Kenmerkend voor lokale collectieven is dat de samenwerking alle bedrijven en ondernemingen betreft ongeacht hun omvang of bedrijfsvorm (zelfstandig of filiaal). Ook eigenaren van vastgoed kunnen erin deelnemen, of vormen juist de dragende kracht. De organisatiegraad en financiële basis van deze collectieven is en wordt in veel gevallen nog eens versterkt door de instelling van een bedrijveninvesteringszone (BIZ) en gemeentebrede ondernemingsfondsen.
De subsidieregeling stelt echter als eis dat 50% van de aangesloten bedrijven een mkb-onderneming is. Op zich kansrijke oplossingen die juist voortkomen uit de samenwerking van diverse typen bedrijven, ondernemingen en eigenaren kunnen door die eis worden geblokkeerd. Bovendien leidt deze eis tot extra administratieve druk bij ondernemingen en de gangmakers van het collectief. Dat zal de animo om gebruik te maken van de subsidieregeling niet bevorderen en leidt af van het eigenlijke doel: CO2-reductie in mobiliteit.
Ga uit van alle vormen van bedrijfsgebonden mobiliteit
Beperk de subsidieregeling daarom niet tot alleen woon-werkverkeer. Juist het combineren van verschillende type gebruikers en vervoer kan zorgen voor een voldoende maatschappelijk en economisch draagvlak. Een shuttlebus kan voor werknemers, maar ook voor bezoekers interessant zijn. En dat geldt voor meer voorzieningen en maatregelen.
Vergroot daardoor het draagvlak bij ondernemingen
Minder beperkingen en een betere aansluiting op de inrichting van de lokale samenwerkingsvormen maken de kans groter dat lokale collectieven van de subsidieregeling gebruik maken. Bovendien kan de regeling dan ook een stimulans vormen om tot lokale samenwerking te komen en deze te verstevigen. De beleidsvelden duurzaamheid, mobiliteit en economie kunnen elkaar zo versterken en meer bereiken.
Maak daardoor van duurzame mobiliteit een duurzame business case
Hoe dan ook zullen voorzieningen en maatregelen economisch duurzaam moeten zijn. De financiële mogelijkheden van lokale collectieven zijn beperkt. Daarom is ruimte nodig om tot een duurzame business case te komen. Die kan onstaan door ruimte te geven aan de verscheidenheid in samenwerkingsvormen en lokale omstandigheden en aan het combineren van maatregelen, gebruikers en bekostigers.
Op de consulatiewebsite van het ministerie van I&M is de volledige reactie van de CLOK en kennis platform BedrijvenInvesteringsZone.BIZ te downloaden . Op deze website zijn ook andere reacties te lezen en te downloaden en is het concept van de regeling subsidie duurzame mobiliteit mkb zelf te vinden.
Reageren op de regeling kan nog tot en met 8 augustus 2024.